donderdag 1 oktober 2009

Genoeg geluld, jij lange wapper

Voka, niet te verwarren met de vodka-actie van de ordediensten, is een clubje, een gezellige belangenvereniging van noord-Belgische ondernemers en kamers van koophandel.
Voka mengt zich in een reuzendebat, dat over de Oosterweelverbinding in Antwerpen. Het Diependaele Instituut, als medemotor van de kennismaatschappij en onderneming met groeikansen, heeft aan die hele verbinding - boven of onder de grond - geen boodschap en houdt zich in deze liever op de vlakte. Op het Oosterweel zelf, zelfs.

Maar Voka dwingt het Instituut tot weerwerk. Als die verbinding er niet komt, is het te laat en als ze er niet komt, zal dat de schuld zijn van de bevolking die zich mag uitspreken in een volksraadpleging.

Halt! Voka of er komen vodden van en vodka-acties. Als die verbinding er niet meteen zal komen, zal dat eerst en vooral te danken / wijten zijn aan het knoeierige en daarom niet minder duur betaalde studiewerk van al die studiebureaus.

Ofwel beschikten ze niet over alle parameters, ofwel mochten ze die niet inzetten. In het eerste geval zijn het oplichters, in het tweede geval zijn ze corrupt.

Zo eenvoudig is dat, Voka.

De parameters zijn: fijn stof, geluidsoverlast en gebrek aan perspectief.

Wie verder kijkt dan zijn lange wapperneus lang is, wat in dit dossier noodzakelijk is, komt niet af met zo'n project. Die ziet het breder en dieper. Elk onderzoeksbureau of -instituut dat niet verder ziet dan zijn lange wapper, pleegt een misdaad.

Beste Voka, schiet eens op die pianisten, als het u belieft, ook al zitten ze deftig en wel mee aan tafel in uw club.

woensdag 30 september 2009

Kennis krijgen, hebben en houden




Nakennis bestaat niet. Daarmee begint Dorian Van der Brempt zijn bijdrage in Knack. Wij van het Diependaele moeten hem radicaal tegenspreken, hoezeer wij de man zelf ook in het hart dragen. Alle geschiedenis is nakennis. De kennismaatschappij berust op voor en nakennis. Wie vooraf iets weet wat anderen niet mogen weten, zit met een embargo. Doorbreekt hij dit, dan daagt justitie op.
Nakennis of geschiedenis, daaraan schrijven velen. Ze kan ook vertekend worden. Het meest vertekende voorbeeld dat ons spontaan te binnen schiet is een onvolledig citaat. Dat is makkelijk op te sporen en recht te zetten. Een voorbeeld.

“Van alle Galliërs zijn de Belgen de dappersten”. Dat zou ene Julius Caesar geschreven hebben in zijn protoconsulair verslag aan zijn broodheren in Rome. Het bewijs dat er Belgen bestonden in die tijd is uiteraard onweerlegbaar. Er werd toen bijlange niet gevlaanderd, de dappersten stelden zich zelfbewust en weerbaar op. Niets aan de hand, tot je de tekst van Caesar ter hand neemt en leest. Verder leest. De zin gaat er als volgt: “Van alle Galliërs zijn de Belgen de dappersten, want het verst verwijderd van Rome, centrum van alle cultuur”. Wie dit leest, valt achterover, in deze eeuw die de onze is. Toen waren wij nog cultuurbarbaren, alvast in de ogen van de bezetter. De Duitse bezetter zou het eeuwen later ook lastig krijgen met ons maar toen hadden we al wat beschaving opgebouwd.
Dorian is zoals eerder al gezegd en geschreven een schattige man, een goed bestuurder en een door de wol geverfde en grijs geworden speler in allerlei velden. Van hotel over boek tot beleid en nu dus opperbuurman. Hij springt in zijn column in de bres voor Luc baron Van Steenkiste. Daarvoor echter heeft de baron reeds een advocaat in de arm genomen. Hij is voorlopig overigens weer vrij, nadat was gebleken dat hij in de cel les Nederlands gaf aan zijn celgenoten. Of nadat was uitgelekt dat zijn vrouw hem niet mocht bezoeken. Of was het om een andere reden? Nakennis hierover zal ooit uitsluitsel brengen maar daarvoor is het nog te vroeg.
Hij heeft echter geen been om op te dansen, tenzij zijn persoonlijke contact met de baron. Dat volstaat echter niet om iemand vrij te pleiten. Er is wel degelijk kennis die men moet verzwijgen. Denk aan geheime agenten of andere spionnen. Als die uit de biecht klappen belanden ze niet in de cel maar in een doodkist. Een Doodkiste, dus.
Intelligent omgaan met kennis, is dat hetzelfde als eieren voor zijn geld of in dit geval voor zijn aandelen kiezen? Met deze vraag willen we onze bijdrage afronden.

donderdag 10 september 2009

Voer voor nominalisten


Geef uw kind niet zomaar een naam

PhotoNews De naam Vicky kreeg met de serie Little Britain een ietwat marginale bijklank

wo 09/09/2009 - 11:00 U denkt beter twee keer na over welke naam u aan uw kind geeft. Hoewel een naam niet de oorzaak is van slechte schoolprestaties, is er wel degelijk een verband tussen bijvoorbeeld Kelly en een minder rapport.
Uit een peiling van een Britse oudervereniging blijkt dat een op de drie Britse leerkrachten "verwacht" dat iemand met een bepaalde naam meer aandacht nodig zal hebben in de klas. Als er een Chelsea of Jessica in de klas zit, denkt de leraar of lerares sowieso dat het om lastposten gaat. De helft van de leerkrachten heeft al een oordeel klaar als hij voor de start van het schooljaar de namenlijst overloopt. Ongeveer 70 procent heeft het zelfs moeilijk om "originele" namen van een aantal leerlingen uit te spreken.

Of Belgische leerkrachten ook dezelfde vooroordelen hebben is nog niet echt onderzocht, maar een studie van de VUB stelde een paar jaar geleden wel vast dat er een verband is tussen de naam van een kind en zijn of haar schoolprestaties. Uiteraard is het niet zozeer de naam, maar wel de omgeving waarin het kind opgroeit cruciaal voor de ontwikkeling. Laagopgeleide ouders geven hun kinderen meestal namen zoals Kelly, Tamara en Cindy, terwijl hoogopgeleiden eerder Thomas, Ruben of Eva prefereren.

Het is bekend dat kinderen uit hoogopgeleide gezinnen meer bagage en kansen meekrijgen en bijgevolg ook beter scoren op school. Dat versterkt dan nog eens het beeld dat bestaat over die namen. Een vicieuze cirkel met andere woorden, waarin reële achterstand en hardnekkige vooroordelen hand in hand gaan.

(bron: deredactie.be)

woensdag 9 september 2009

Het ontstaan van het Arisch ras (Hoe lang al, hoe lang nog? vervolg)

Uit het onderzoek van de archiefstukken die deze heer ons heeft afgestaan, heeft het Instituut uit hoofde van twee medewerkers het volgende verhaal kunnen halen:
Ludwig II van Beieren heeft meer gedaan dan kastelen laten bouwen en muziek laten spelen. Hij moet ook iets hebben gehad op een ander, wat lager vlak, zijnde de voorplanting. Daar wou hij ook iets laten gebeuren.

Hij schreef een schoonheidswedstrijd uit voor dwerghondjes. Na een uitvoerige parade werd het meest belovende koppel gekozen. Het feest had twee dagen geduurd in zijn Überschlöss maar het resultaat mocht er zijn: Ariane de dwergpoedel en Ariel de dwergdobermann!

Ludwig kreeg de baasjes van de respectieve dwergen zover, na betaling, dat ze hun diertjes op het Ûberschlöss lieten. Daar werden ze voldoende in de watten gelegd en van opwekkende spijs en drank voorzien dat ze het niet langer konden laten en het dan ook deden: zich voortplanten. Ze hadden daartoe de nodige geslachtsgemeenschap, niet een keer maar vele keren, voldoende om er een kleine van te krijgen.

Die kleine nu was de eerste van het nieuwe, het Arische ras. Zijn voornaam diende dan ook met een A te beginnen. Adam was wat te zeer voor de hand liggend. Abraham was dan weer te Semitisch om waar te zijn. Enzovoort tot ze bij Adolf kwamen.
Het dier leerde op zijn achterste poten te staan, leerde vervolgens notenleer en schilderkunst maar werd bij gebrek aan talent soldaat en later politicus. De rest is geschiedenis.

Zoals: ‘Het eerste wat me opviel toen ik aan de hand van mijn moeder bij Hitler op bezoek kwam, was zijn kleine gestalte’.

dinsdag 8 september 2009

Hoe lang al, hoe lang nog?


Hoe lang al is het geleden dat het Instituut hier iets van zich liet horen en zien? Hoe lang nog zal dit zo duren?

Het zijn vragen waarmee lezers van dit blog zitten, zowel onder als boven de Moerdijk. We kunnen ze vandaag verlossen uit hun stilzwijgenheid: het komt eraan. Ja, en wat? Als ik zo vrij mag zijn, uiteraard.

U als lezer zou denken: komaan, vakantietijd zit erop, het Instituut werkt niet mee aan de komkommerkweek noch aan de dito tijd. Komaan, dus.

Welnu, het Instituut heeft niet stilgezeten. Heeft het dan helpen berekenen de omvang van het gat in de Belgische schatkist? Nee, het mag dan al opnieuw een historisch dieptepunt worden, het is nog te vroeg om het Instituut daarbij te betrekken.

Nee, gewoon, op een dag kwam iemand geheel onaangekondigd binnengewandeld in het Instituut. Hoe hij het adres gevonden had, daar zullen we een apart onderzoek voor moeten voeren. Hij zag er wat verlopen uit maar zeer deftig overigens, stukje decadent, zou ik zo zeggen. Had iets van een burgemeester. Maar dan zonder stropdas. Zwart pak, dat wel, het zou een Armani kunnen geweest zijn.

Hij had een hele bundel papieren bij, zo te zien nog meer verlopen en ouder als hijzelf. ‘Ja, nou, ik was een kleine jongen toen die dingen hier gebeurden”, sprak hij ons aan toen we een onderzoekende blik naar die papieren wierpen. Dus moesten we hem wel ontvangen in een daartoe in het bijzonder ingericht ontvanglokaal. De rest is inderdaad geschied. Sinds die dag in mei zijn we hier op het Instituut enkel bezig geweest met de lectuur en de annotatie van die stapel verlopen papieren die deze verlopen man ons aangereikt had. Hij kon er nergens mee naar toe.

Het ging om niemand minder dan Hitler maar het week inzoverre af van alle mogelijke bibliografieën die de laatste tijd de kop opsteken, dat hij overal ofwel wandelen werd gestuurd, ofwel het deksel op de neus kreeg. Bij het Diependaele vond hij eindelijk gehoor.

Toen hij het pand verliet, was zijn gekromde rug al wat rechter geworden en konden we ineens vermoeden wie hij is. Te laat echter om het te vragen, hij was al heel vlug verdwenen uit het zicht. Heel vlug! Dat is hem helemaal, nietwaar, jeetje.

(wordt vervolgd hoor)

donderdag 7 mei 2009

Nieuwe politieke cultuur

We moeten het de hoofdredacties euvel duiden en doen dat hierbij: ze laten zich afleiden door allerlei schunnige tafelspringers en aandacht-aandachtroepers. Ze sturen hun redacteurs af op schimmige persconferenties waarop lokale dorpsfiguren, van gekken tot schabouwelijke kabouters of zelfs dwergen, die het op een hoger vlak ook al eens maken, deemoedig op de borst slaan.

Alsof dit allemaal nieuws is, laat staan van waarde.

Tegenwoordig is het overigens drukker op tafel dan aan tafel. Zie wie springt daar nu weer erop? De Decker, dan hebben we het over Jean-Marie, Leterme, dan hebben we het over Yves Goedbestuur Liever Geenbestuur, of godbetert Verhofstadt, de Guy wel te verstaan, we verstaan de verwarring als broer Dirk ineens ook op tafel springt. En dat gaat zo maar door. Gelukkig komt daar af en toe een griep tussen gefietst of een radeloze in een Suzuki, een Swift wel te verstaan en dan nog een zwarte.

Aldus raken andere, toch ook wel belangrijke feiten uit het nieuws. In het beste geval belanden ze in nevenrubrieken of op blogs. Een ereplaats is het radioprogramma op Een, Feyten of Fillet. U voelt en ziet ons al komen, maar toch.

Het gaat om een gemengde, interdisciplinaire conferentie achter zwaar gesloten deuren ergens in de Zwitserse Alpen, waarop een medewerker van het Instituut als deskundige, kennisdeskundige eerder dan ervaringswerker, aanwezig was om eventueel met raad eerder dan met daad de goegemeente aldaar bij te staan. De conferentie vond plaats op een blauwe maandag, waarvan ons uitdrukkelijk gevraagd werd geheimhouding waar te nemen omtrent de juiste datum, net als omtrent de precieze locatie. Om nog maar te zwijgen over de lucratieve organisatoren.

De conferentie kwam er op vraag van de huisartsen zonder grenzen, die op minder dan zes maand tijd zo’n groot aantal patiënten met problemen op het vlak van het zitvlak kregen, dat ze wel moesten aan de alarmbel trekken.

Vooreerst stelde de conferentie vast dat het merendeel der patiënten mannen waren en dat die doorgaans driedelige pakken dragen.

Vervolgens viel de aanwezigheid op van Michel Vandenbossche, voorman van Gaia en koploper in de dierenrechtenbeweging.

Daarnaast merkte onze man ook heel wat voormalige toplui op uit de financiëledienstenindustrie, inmiddels opnieuw afgeslankt tot de banken en verzekeringsmaatschappijen.

Nadat het probleem geschetst werd aan de hand van de huisartsen, kwam een dierenarts aan het woord. Hij liet ons kennis maken met de wondere wereld der struisvogel. Die kennen we eerder als onderdeel van de maaltijd dan als speedy Gonzales, laat staan als strategische positie. Hier en daar zijn er ook sportlui die het ei van de struisvogel lusten, goed voor twee of drie maaltijden. Na de uiteenzetting van de dierenarts volgde de koffiepauze, die voor velen gekoppeld werd aan een rookpauze, zodat ze hun koffie buiten moesten nuttigen.

Het tweede deel van de voormiddag stond in het teken van een eminente gastspreker. Deze was helemaal uit België overgevlogen in een vierpersoonsagustahelikopter. Behalve de piloot, zat alleen de gastspreker in het toestel. Iedereen kent deze spreker gelet op zijn brede ervaring en vele verschijningen op lokale en bovenlokale fora. Federaal België, dorpspolitiek, Europees beleid, de zakenwereld, overal had hij wel een postje bekleed en niet zomaar bekleed maar met inzet van zijn ruim bemeten persoon voldoende invulling gegeven. En opvulling.

De deelnemers aan de conferentie konden er dan ook niet naast kijken toen deze gastspreker het forum en het podium beklom. Voor hem ging het echt om een beklimming. Het zweet brak eerder los dan het beest in deze mens. Hij ging zitten en werd daarop ondervraagd door een panel van twee kennisdeskundigen. Zodoende kon iedereen vernemen wat struisvogelpolitiek precies inhoudt en dat het gevaar steeds bestaat dat je op die manier van achteren wordt gepakt zonder dat je je aanrander ziet komen, laat staan klaarkomen.

“Mij hebben ze nooit gekregen, omdat ik eerder als loodgieter politiek bedrijf. Bovendien heb ik een allergie voor zand in de ogen”, aldus de eminente gastspreker, die we hier net niet woordelijk aanhalen. “Ik treed alleen op als er problemen rijzen en reik dan oplossingen aan, wacht desnoods vier dagen maar vooral nachten tot iedereen de oplossing ziet zitten, en laat ze dan helemaal uitvoeren”.

Het panel liet zich echter geen zand in de ogen strooien. Het vroeg hem hoe het dan mogelijk was dat hij zo genomen was door de kippenhiphopcrisis, waarvan de bedoeling precies was hem uit het zadel te lichten, wat begrotingsgewijs goedkoper bleek dan een staatsgreep. "Misschien was ik wel te zeer zelfingenomen geweest", moest hij toegeven. Precies dat siert de man uit het verre Brugge, later Vilvoorde. Niet alleen had hij veel ruimte gekregen maar ook nog eens veel tijd, zodat het na zijn gastspreken tijd werd voor het middagmaal. De hoofdbrok was uiteraard struisvogelsteak.

De namiddagzitting was volledig ingenomen door ervaringsdeskundigen, voornamelijk voormalige toplui uit de financiëledienstenindustrie en christen-democratische politici. Over pijn in de reet ging het en welke zalfjes ze daartoe kregen voorgeschreven. Over gouden natrappen tegen het zitvlak. En dat ze elkaar soms inderdaad rauw lusten.

Het middagmaal, zoveel moesten ze toegeven, had hen daarin wel lessen geleerd. Nu ze elkaar netjes opgediend op een bord hadden kunnen nuttigen, waren ze een omgangsvorm rijker geworden. Ze hadden dan ook niet helemaal voor niets 750 euro deelnamekosten betaald.

zaterdag 2 mei 2009

Als geen ander



Eerst leek het voor Linda een dag als een ander. Maar eerst dit: omwille van het bos, dat via haar vader Den Bosch werd, noemt iedereen en zij zelf zich Linde. Dan kan je via haar nog een boom zien in Den Bosch.

Elke dag kreeg ze het onder ogen, via talrijke elektronische post, via de elektronische versies van kranten en de fora die eraan hangen, via artikels zelfs in de papieren kranten, soms via spelfouten in keurig uitgegeven boeken: haar kerntaak, het Nederlands tot een unie brengen, wordt uitgehold. Boven de Moerdijk door erosie, onder de Moerdijk door zelfzuchtig en lui eigen belangstelling, gelijk aan een egelstelling.

Het was avond geworden, ze had haar bril afgelegd. Met alleen nog haar nachtkleed aan ging ze slapen, moe en ontevreden, zonder uitzicht op fruitsap en vers fruit.
Dat heb je wel meer met lui die zelfingenomen zijn en dit verwarren met ambitie, dat ze moe en ontevreden zijn.
Hoeft niemand van wakker te liggen.

Dat deed Linda / Linde ook niet. Ze sliep dra in en kreeg een droom. Geert Wilders en Benno Barnard, respectievelijk politicus annex installatie- en videokunstenaar en dichter, smeedden drieste plannen om haar onderuit te halen en de Unie alsnog te bewerkstelligen. Ze haalden daartoe de bureaucratie onderuit waaraan ze haar loopbaan en bevordering te danken had. Taal staat boven beleid, vonden zowel Barnard als Wilders, en vergde dus moed.

Uiteindelijk brak de volgende ochtend aan en werd ze wakker. Ze had er alles voor over om die droom te verdringen en wijdde zich dan ook vol toewijding aan de ochtendrituelen: ontbijt, wassen, afwassen, kleren uitzoeken en aantrekken.
Het mocht niet baten.

Onderweg naar kantoor in de dienstwagen kwam de droom weer bovendrijven in haar gedachten.
In een tweede poging die nachtmerrie te verdringen, belegde ze een reeks vergaderingen over van alles en nog wat van dagelijks bestuur met de meest uiteenlopende medewerkers en uit hun agenda loslopende deskundigen.

Het mocht niet baten.

’s Middags opende ze haar computer. Ze surfte wat rond, zocht in een verstrooid moment geslachtsgemeenschap en belandde zo op het blog Tieftalen, overigens in keurig Nederlands geschreven, zij het vrolijk frivool. Ze zat echter meteen in de Belgische politiek…

Het mocht niet baten.

Op dat blog vond ze dan weer enkele interessante links, zeg maar verbanden of verbindingen. Ze opende er een paar en bleef hangen op de kronieken van het Diependaele Instituut. Na een uur en enkele bladzijden kreeg ze een reuze diepte-inval en riep ze haar secretaris bij zich. Ze gelastte hem dringend contact te zoeken met dat instituut en meteen een afspraak te maken.
Bijna had ze gezegd: te versieren. De secretaris wist echter niet waarom ze een blos kreeg.

Voor de rest verliep haar dag eindelijk zoals elke andere dag, zodat ze tegen half zes terug naar huis kon.

Op het instituut had men eerst vreemd opgekeken: de Taalunie is er geen klant van elke dag en wat kan Diependaele in taalnaam betekenen voor de Unie?
Er werd hoe dan ook een afspraak gemaakt, die zou worden gefactureerd tegen gebruikelijke tarieven.

(het verhaal begint aardig lang te worden maar nog niet helemaal op dreef. Moge dat niet storen)

Op de dag van afspraak kwam Linde / Linda bij het instituut aan in de wagen met chauffeur, na een reis van honderdvijftig kilometer en vier uur. Aan de vergadering namen deskundigen deel van het Diependaele en twee externen, waaronder de gevreesde Lodewijk de Grote Meyer, kenner van communicatie in beeld en woord en Goebbels.
De notulen van deze vergadering, net als van andere, behoren tot het beroepsgeheim. Daaruit zouden immers ietwat kleinere kanten van anders markante persoonlijkheden blijken of een inzage te grabbel worden gegooid in zeer eigen strategieën. Elk element van de kennismaatschappij weet dus wat dit beroepsgeheim betekent.
Het duurde tot zestien uur voor alles rond was, wat een factuur van vijf cijfers voor de komma opleverde.

Vooreerst zouden de jongeren worden gemobiliseerd. De Belgische Nationale Jeugdraad, samen met die van Nederland, het Noord-Belgische onderwijsblad Marks en de Taalunie her self zouden de jongeren ondervragen, op zoek naar signalen die wijzen op dalende belangstelling, nonchalance, onkunde of een algemene negatieve houding tegenover, tja, tegenover wat?

Hier duurde het goed twintig minuten om het voorwerp juist te benoemen: correct taalgebruik.
Het komt niet voor in de eindtermen van het onderwijs en wordt enkel nog in beperkte kring toegepast.

Ook de tendensen van de antwoorden werden al afgetast, nog voor ze werden afgetoetst.
Daar de opdracht gegeven werd vanuit het Hogere Noorden boven de Moerdijk, dienden de jongeren het belangrijk te vinden correct Nederlands te spreken bij het verkopen, van zichzelf bijvoorbeeld & bij voorkeur.
De factuur was zo hoog mede omdat de Taalunie het auteursrecht diende te kopen van de overkoepelende titel: aan de jongeren zal het niet liggen.

Het moest vooral niet aan de Taalunie liggen noch haar gelegen zijn.

Een andere bijkomende onkost aangerekend op de factuur dient om het Diependaele in te dekken tegen de opheffing van het verschil tussen stijl en taalgebruik. Elke zaak die in deze zou worden aanhangig gemaakt, werd dan ook de verantwoordelijkheid van de Taalunie.

En dus rolden op een dag kranten van de pers waarin de opzienbarende resultaten van de bevraging wereldkundig werden gemaakt. Het was maandag 27 april 2009. Op dinsdag verscheen dan als opiniestuk het stuk met de langverwachte titel: Aan de jongeren zal het niet liggen (elders ook niet).

En Linda / Linde zag dat het goed was. Haar droom knaagde niet langer, haar ambtenarenbestaan kon voortduren.

maandag 20 april 2009

Bericht uit de handelswereld

Het lijkt wel een mode en zou dus wel kunnen voorbijgaan of overwaaien of verdampen. Je komt binnen in een winkel en er komt een verkoper op je afgestapt en die vraagt: “Wat kan ik voor u betekenen?” In dit verband kon het Instituut volgend bericht ontvangen.

Het was meteen een dag om u tegen te zeggen, zwanger van betekenis. De zon was opgestaan op het afgesproken zomeruur en brandde netjes de nevels weg, terwijl de mensheid de slaap uit de ogen wreef.

De parkieten maakten zich voor een keer vrolijk, in plaats van mekaar in de veren te schieten.

Het ontbijt had een smaak als meer dan ooit, mede dankzij de beklijvende smaak van de uitstekende koffie. Of zaten die piepkleine banaantjes er voor iets tussen?

Als dat achter de kiezen zit, zet je je beste muts toch op, zeker? Of een goede muts, minstens. Dan ga je op stap en voor je het weet slaat de koopwoede toe en stap je een winkel binnen. Het kan een elektrozaak zijn, op een platenboederij of zelfs een boekenwinkel.


Je staat er nauwelijks of er komt een jong mens (m/v) op je toe gestapt en die spreekt je aan en zegt: “Wat kan ik voor u betekenen?”

Het zet een domper op je levenslust. Je krijgt meteen een existentiële vraag naar je hoofd geslingerd. Het eerste wat opkomt en je net niet uitspreekt, is uiteraard: “Weet ik veel”.

Maar die goede muts, die je net belette dat veelweterij uit je mond viel, maakt dat je antwoordt met: “Allicht kunt u iets voor me doen, weet ik veel wat, en of het iets betekent, daar komen we later wel achter, toch.”

Beduusd zet het jong mens een stap achteruit. In het schaakspel schept dit meteen extra ruimte. Je bent als klant ineens weer de goede oude koning. Liever dit dan de keizer in zijn nieuwe kleren.

Dus ben je opnieuw aan zet en zeg je: “Ik kijk wel even wat rond. Zie ik iets, dan zien we elkaar wel terug, niet?” En de verkoper of verkoopster druipt af. Schaakmat.

vrijdag 27 maart 2009

In de gloria


Het volgende bericht trok de aandacht van het Instituut:
Op het Binnenhof is sinds vorig jaar een nieuw woord in zwang: het ”Boekestijntje”. De term staat voor een ondoordachte uitspraak, gevolgd door excuses. Ontleend aan VVD-Kamerlid Arend-Jan Boekestijn, die er een gewoonte van heeft gemaakt boude uitspraken te doen die hij dan later weer moet intrekken.
Hij begon die gewoonte vorig jaar, toen hij na een tv-uitzending voor een nog draaiende camera openhartige uitlatingen deed. Hij hekelde het leiderschap van Rutte („Hij heeft geen ideeën. Dat is schokkend hoor”) en roemde het optreden van D66-leider Pechtold („fantastisch”).
Boekestijn bood snel zijn excuses aan toen de uitspraken in de openbaarheid kwamen. Maar naar het prestigieuze woordvoerderschap buitenlandse zaken kon hij voortaan fluiten.
De VVD’er ging vorige week weer in de fout. Op zijn Twitterpagina op internet discussieerde hij over de vraag welke dictator erger was: Hitler, Stalin of Mao. Boekestijn antwoordde: Stalin 30 miljoen doden, Mao 40 miljoen, Hitler 42 miljoen.
Een andere twitteraar merkte op dat schattingen van het dodenaantal van Mao oplopen tot 73 miljoen mensen. „Ja ik zie wel eens een spleetoog over het hoofd, het zijn er zoveel!”, twitterde Boekestijn daarop.
Even later verwijderde hij de uitspraak, maar anderen hadden hem al gekopieerd. „Ik had niet de bedoeling om iemand te kwetsen”, excuseerde Boekestijn zich daarna.
„Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden”, schreef Salomo in zijn Spreuken. Dat de areligieuze Boekestijn die woorden niet kent, is begrijpelijk. Toch zou hij beter moeten weten. Immers, zo luidt een ook hem bekend spreekwoord: Spreken is zilver, zwijgen goud.
Uit het Reformatorisch Dagblad van 23 maart (als ik goed kan tellen) 2009

We kunnen dit bericht ook plaatsen in het licht van de eeuwigheid en een lichte vorm van onsterfelijkheid. Deze man immers, Boekestijn, maakt zich - graag of ongaarne - belachelijk, op het onsterfelijke na. Door aan zijn naam het Boekestijntje te koppelen, krijgt hij die onsterfelijkheid, gewild of ongewild.
Meteen leren we hieruit ook dat het niet volstaat bepaalde bedoelingen te hebben of er doelstellingen op na te houden, om iets te bereiken. De onsterfelijkheid in deze is dan ook een neveneffect.
En wat dan twitteren mag zijn? Is dat ook niet een nieuwe, wat reformistische term? Deze vraag beantwoorden zou ons te ver leiden maar kan ons nog wel bezighouden, wie weet.

dinsdag 10 maart 2009

Die werkdag als een ander


Ongevraagd en met open armen ontvangen, kreeg het instituut een fragment uit een dagboek van een doorsnee moderne medewerkende mens toegespeeld. Is het nu brandend actueel, dan kan het overmorgen al tot de jongeste geschiedenis behoren.

De telefoon ging, een dubbele toon was het. Dat betekent dat iemand van buitenaf belt. Nogal vaak betekent het ook dat iemand om inlichtingen belt. En dan moeten we wel antwoorden want het is onze verdomde plicht als informatieverantwoordelijken of uitvoerenden of dienstdoenden.

Hallo? Wie zegt u? Kaviaar.
We hadden beet.
Ik vroeg: Perzisch graag.

Iraanse kaviaar is namelijk niet alleen de lekkerste maar ook nog eens de duurste.
Het bleek echter te gaan om een bedrijfje dat promotiefilms en songs maakt.
Songs? Maken jullie liedjes, vroeg ik. Ik schrijf nu eenmaal nogal muzikaal, daar dacht ik toen aan. Nee, antwoordde mevrouw Kaviaar, songs.

Ik meende toch dat ze zoiets zei. Wellicht zal ze nooit met een warme aardappel in de mond een lange zin uit Bil Shakespaeres werk luidop hebben opgezegd. Something’s wrong klinkt in zo’n mond, hoe welgevormd ook, net gelijk als something is rotten (en vergeet dan maar Denemarken). Weg dus met die negerpraatjes.

Dus, hield ik vol, liedjes. Nee, geen liedjes.
En of ons bedrijf belangstelling had voor promofilmpjes?
Nee, hoor, mevrouw. De markt heeft ons nodig, ziet u, wij hebben de markt niet nodig. U mag spreken van een luxepositie. (spreekt u maar) Onze klanten kunnen niet zonder ons. Enzovoort ging ik en zo verder. Toch hield ze het vol.

Kijk, mevrouw Kaviaar, probeerde ik nog eens, als u echt met ons te doen wilt krijgen, dan dit: stel, u moet in een promofilm een overheidsdienst promoten. En u wilt daarbij het verschil laten zien tussen een ministerie en een overheidsdienst. Komt u dan gerust uw beelden hier schieten, u zult uw ogen en uw camera’s niet geloven. En neemt u er maar een lepel van en drinkt u er iets bij. Wodka allicht?


Wij bij het instituut gaan dan meteen op zoek naar mogelijke achtergronden. Dit vonden we dan:
Een markante persoonlijkheid in de linkse beweging is de “schrijfster, zangeres en dichteres” Joke Kuyt (1964) die zich bedient van het alias Joke Kaviaar. Deze vrouw is al sinds de jaren ’80 actief in de kraakbeweging.

Of wat dacht u hiervan?
Kaviaar voor de daklozen in Milaan
donderdag, 25 december 2008

Voor de bedelaars en de daklozen in de Italiaanse stad Milaan wordt het een lekkere kerst. De politie geeft hen namelijk veertig kilogram kaviaar. Criminelen probeerden de kaviaar het land binnen te smokkelen, maar de politie onderschepte de lading en nam alles in beslag. Het betreft belugakaviaar, de meest exclusieve en duurste soort ter wereld. De veertig kilo kaviaar zou 400.000 euro waard zijn.

En zo gaat het verder:

vrijdag 19 september 2008
De smaak van Kaviaar


Op vrijdag 10 oktober en zaterdag 11 oktober voert het Vrouwenkoor Kaviaar olv Jane Lang twee keer het programma "Koor(d)dansen : op golven van het Gregoriaans" uit, in samenwerking met Anke Ottema (dans) en Gerrie Meijers (orgel)

En nog?
Toet Kaviaar is vorig jaar failliet gegaan en overgenomen door Wine & Spirits (W&S). Moeder Toet, de ziel van het bedrijf, overleed in datzelfde jaar. Miriam en Vanessa geven haar alle eer. Vanessa: “Alle klanten waren dol op haar. Ze noemden haar ‘Mama Toet’. Dat komt doordat ze bij iedereen hetzelfde was, of het nou iemand van het koningshuis was of een restaurateur.”

Pakket Jacobus Toet Kaviaar 1

Picollo Champagne de Castellane
20 gram Bearikaviaar
Parelmoerlepeltje
Verpakt in bijbehorend tasje

Prijs per stuk euro 44.50

maandag 9 februari 2009

Ophef in Duitsland?

Extra: Meer dan 70 miljoen Duitsers kennen geen Beiers!

En maar goed ook. Als die met hun 70 miljoen nu ook nog eens Beiers moeten kennen, wanneer hebben ze dan nog tijd om Frans te spreken en/of te leren?

En bij uitbreiding ligt het aantal Belgen dat geen West-Vlaams verstaat hoger dan het aantal dat geen Antwerps verstaat.

Talenkennis doe je naar boven toe, niet naar onder. De ondertaaltjes komen niet in aanmerking om tot het kennispakket te worden gerekend.

Dus als er meer dan 70 miljoen Duisters geen Beiers kennen, is de enige waardige reactie: en dan?