maandag 16 april 2007

Zelfs onze schaduwen worden gemaakt in China


Bij eerste lezing kan de titel van dit stuk de wereld schokken, op een stel enkelingen na. De schaduwboksers. Sinds de boksersopstand in China in het begin van vorige eeuw weten ze waar de sterkste schaduwen in mekaar gebokst worden.

Onder theatermakers is het Chinees schimmenspel gekend. Ooit was het wereldberoemd en een veel bedreven tijdverdrijf in schaduwkabinetten. In de jaren 1980 telde België zelfs heel even een Chinees schaduwenkabinet. Het was bevoegd voor bijtende en lachwekkende zaken. Draken en prinsessen, althans hun schaduwen, zijn bij dat spel schering en inslag. De inslag zowel als de schering komen van koene kung fu krijgers.

Vissers weten dan weer dat ze best geen hengel kopen gemaakt in China. Die vallen vlug uiteen. Het kan ook dat ik onbewust een jiujitsu greep vanuit de pols heb toegepast en aldus de hengel uit elkaar heb gebokst. Kunstaas kan dan weer wel. Kunstaas werpt een schaduw van een klein visje.

Een andere schaduwkunst uit China is de tatoeage. Allerlei draken dringen de opperhuid binnen. Ook vlinders, vraagt nu een enkeling. Daar is het nog te vroeg voor.

Een meer doorgedreven Chinakenner wist te melden dat de vis- en vlindernetten tegenwoordig, zij het onbewust, vanuit pols en schouder worden geworpen volgens een greep uit het jiujitsu.

Waar alle Chinakenners of sinologen het over eens zijn is dat de buiksprekerij van Chinese makelij is. De eerste sporen van buiksprekers zijn te vinden in geschriften uit het China van de 4de eeuw voor Christus. Haast allen zijn het eens dat ook de buikschrijverij van Chinese makelij is. Onder het bewind van Mao was honger de beste saus, soms zelfs de enige en was voedsel schaars. Als iemand om eten vroeg, kreeg hij vaak te horen: eten? Schrijf het maar op je buik. Vanuit de buik viel dan meestal een geluid te horen dat in de verste verwant lijkt met dat van ontploffend buskruit. En ook buskruit komt uit China. Of vuurwerk.

En de kung fung dan? En vergeet de vlinders niet.

Even geduld, ook al een Chinese deugd. Eerst de gemalen zoetwaterbaars. Naast de haaienvinnen de meest gegeten vissoort uit China. Komt ook voor in Siberië maar dan ongemalen.

Sinds de Culturele Revolutie zijn in China intellectuelen en vlinders opgejaagde respectievelijk verdwenen soorten.

Madeliefjes groeien in China enkel op straat. Je hoeft ze dus niet te zoeken in theehuizen. Als je al een theehuis vindt waar je binnen mag.

Is er nog iets dat niet in China wordt gemaakt? U mag het steeds melden op www.nomadeinchina.org

Uw nomade
(ingezonden mededeling)

vrijdag 6 april 2007

Janssen en Janssens bij Vandertalen

Het Diependaele instituut voor statistiek en methodiek telt twee afdelingen: statistiek en methodiek. Soms immers zijn onderzoeken niet statistisch gefundeerd maar methodologisch voldoende onderbouwd opdat de resultaten wetenschappelijk verantwoord zijn. Het is niet al statistiek wat in de wetenschap de klok waait. Daarom is het instituut blij inzage te kunnen verlenen in een onderzoek waarvoor het de methodiek heeft helpen vastleggen.

Om het onderzoek te schetsen, waarvan de resultaten lang geheim werden gehouden, bedient deze tekst zich van stijlprocédés die aanleunen bij de fictie. Als er dan al een herkenning zou ontstaan met bestaande toestanden, is dit dan ook gewild. Als er echter herkenning ontstaat met bestaande personen, is dit betreurenswaardig.

We schrijven 1995. Het speurdersduo Janssen en Janssens werd in de grootst mogelijke discretie ontboden in den Haag, bij de Taalunie. Nu nog weten we niet of ze, met hun typische bolhoed op, de trein hebben genomen dan wel met de fiets de weg hebben afgelegd. Het meest neigt men ertoe aan te nemen dat een zwarte limousine met geblindeerde ramen hen heeft vervoerd. Ze kregen een opdracht aangeboden, die ze na enig wikken en wegen hebben aanvaard: infiltreren in bepaalde kringen in het Noorden van België om te achterhalen of de spraakverwarring die daar optreedt gewild is dan wel aangeslibd.

De inwoners van Noord-België hebben twee-en-eenhalve generatie lang in de Vlaamse Beweging een bloedeloze strijd gevoerd om het Nederlands te mogen gebruiken in hun streek, hun gewest en hun gouw. Sinds 1974 is de strijd gestaakt. Toen is de eerste aanzet gegeven van de staatshervorming. Twintig jaar later is de beweging ook gestaakt en is de achteruitversnelling ingezet. Zo merkte de Taalunie bij sommige inwoners van die gouw op dat ze niet het voorzetsel 'om' gebruiken maar naar het Frans 'van'.

Janssen en Janssens kregen in den Haag de grondbeginselen mee van de sociolinguïstiek, dat is de wetenschap over de manier waarop talen functioneren in samenlevingen. De titel van het klassiek werk in die tak heet: 'Wiens brood men eet'. Tijdens de studie van deze wetenschap, begreep het speurdersduo de verholen drijfveer van het Vlaams Hok: "Als al die Arabieren hier aan de macht komen, zullen we allemaal Arabisch moeten spreken". De drijfveer van de Vlaamse Beweging was op dat punt werkelijkheidsgetrouwer: Spreek en schrijf Nederlands, en niemand zal je nog brood geven, je zult het zelf kunnen bakken." Trouwens, van al die vermeende Arabieren in België zijn er ongeveer 56 die taal machtig.
Janssen en Janssens oefenden zich dan ook, alvorens aan hun opdracht te beginnen. Janssen zei steevast: Van goud, reeds (komt van d'ores et déjà, maar dan misverstaan als van d'or). Janssens deed er zoals gewoonlijk nog een schepje bovenop: Van goud, al. Ze vervingen het woord 'voortaan' door Verguld vooruit (d'oré n avant) en oefenden elke dag. Toen ze aldus spontaan spraken en elkaar zeiden: Van goud, reeds, goudhaan vooruit kunnen we gaan (Janssen) en Van goud, al, goudkip vooruit kunnen we gaan (Janssens), begonnen ze te infiltreren.
Het volgende deel van het verhaal is nog steeds duister, alle verslagen hierover zitten in een muur vast, niet in een nis, maar in een kluis.
Enkel het eindverslag is openbaar gemaakt. Wat heeft het speurdersduo ontdekt? In het Noorden van België wemelt het net niet van de loges. Een ervan, die nog niet onderworpen is geweest aan een onderzoek van de Parlementaire onderzoekscommissie naar de sekten, heeft in het verslag van Janssen en Janssens de naam P4 gekregen. Het kan de ware naam dan wel de codenaam zijn. In dit soort verband weet men nooit. Deze loge is geen vrijmetselaarsclub. Integendeel, het ideaal is dat van een zuilheilige. Hoewel deze laatste een heel eenzaam figuur is en voor deze eenzaamheid gekozen heeft, telde de loge een grote aanhang. Deze is zo groot, dat velen niet weten of ze in het leven buiten de loge te maken krijgen met een logebroeder of -zuster. Om dat euvel te verhelpen, heeft een van de hogezuilenpriesters het voorzetsel 'om' vervangen door 'van', zoals dat meestal gebeurt bij Franstalige inwoners van Noord-België als ze 'n'en effort doen om Nederlands te spreek'.

Welke besluiten trekken de speurders en hun opdrachtgevers uit dit verslag?
· In den beginne was het een woord, een codewoord.
· Daarna vond het ingang in brede lagen van de bevolking van dit lage land.
· Het heeft gaandeweg zijn functie als codewoord verloren. Overigens is de loge P4 al sterk afgekalfd en is het aantal leden gedaald.
· De Vlaamse Beweging en haar strijd lijken voorgoed voorbij. De inwoner van Noord-België houdt het bij 'n'en effort om Nederlands te spreek'. Op de vraag: Mag het iets meer zijn, antwoordt hij met een schouderophalen.

dinsdag 3 april 2007

Ernstige kritiek op statistiek

Er komt zelden ernstige kritiek op statistiek, meent het Diependaele Instituut. Dat verontrust het instituut.
Meer en meer wordt statistiek ingezet om beleid mee in te pakken. Niet alleen de Kyoto-norm uiteraard. Of dat België het op dat vlak dubbel zo goed doet.
Het zijn vooral peilingen naar kiesintenties die ernstige kritiek verdienen. De dag dat die resultaten verschijnen zijn de politici in geen velden of andere werkdomeinen te bespeuren. Ze trekken zich dan terug in ivoren studietorens. Hun plaats, positie en prestige komen al dan niet in het gedrang.

De billen worden dan geknepen dan wel ontspannen. Het bestuur van het land ligt dan weer stil. Het ligt voor de rest ook meestal stil. Wie merkt dat trouwens?

Qua methodiek zijn die peilingen overigens een semi-lachertje. 'Op wie gaat u uw stem uitbrengen op de volgende verkiezingen?".
Een enigszins wakkere burger vindt dan tussen het bos aan verkiezingen wel de volgende terug.
De teeveekijkende, aldus slaapwandelende burger, die het inmiddels gewoon geworden is vanuit de buik te spreken - het aantal buiksprekers neemt inderdaad toe. Moeten we daar ongerust over zijn? - kletst dan wat uit zijn nek. Op die manier komen er eens andere spieren aan te pas.

Nee, zo'n peilingen aan het stemhokje, na afloop, da's pas spannend. Dan moeten de onderzoekers via krachtige computers de gegevens verwerken in een oogwenk, ze even vlug de wereld insturen, liefst voor de eerste officiële cijfers bekend raken. Statistiek, een sport.