vrijdag 27 maart 2009

In de gloria


Het volgende bericht trok de aandacht van het Instituut:
Op het Binnenhof is sinds vorig jaar een nieuw woord in zwang: het ”Boekestijntje”. De term staat voor een ondoordachte uitspraak, gevolgd door excuses. Ontleend aan VVD-Kamerlid Arend-Jan Boekestijn, die er een gewoonte van heeft gemaakt boude uitspraken te doen die hij dan later weer moet intrekken.
Hij begon die gewoonte vorig jaar, toen hij na een tv-uitzending voor een nog draaiende camera openhartige uitlatingen deed. Hij hekelde het leiderschap van Rutte („Hij heeft geen ideeën. Dat is schokkend hoor”) en roemde het optreden van D66-leider Pechtold („fantastisch”).
Boekestijn bood snel zijn excuses aan toen de uitspraken in de openbaarheid kwamen. Maar naar het prestigieuze woordvoerderschap buitenlandse zaken kon hij voortaan fluiten.
De VVD’er ging vorige week weer in de fout. Op zijn Twitterpagina op internet discussieerde hij over de vraag welke dictator erger was: Hitler, Stalin of Mao. Boekestijn antwoordde: Stalin 30 miljoen doden, Mao 40 miljoen, Hitler 42 miljoen.
Een andere twitteraar merkte op dat schattingen van het dodenaantal van Mao oplopen tot 73 miljoen mensen. „Ja ik zie wel eens een spleetoog over het hoofd, het zijn er zoveel!”, twitterde Boekestijn daarop.
Even later verwijderde hij de uitspraak, maar anderen hadden hem al gekopieerd. „Ik had niet de bedoeling om iemand te kwetsen”, excuseerde Boekestijn zich daarna.
„Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden”, schreef Salomo in zijn Spreuken. Dat de areligieuze Boekestijn die woorden niet kent, is begrijpelijk. Toch zou hij beter moeten weten. Immers, zo luidt een ook hem bekend spreekwoord: Spreken is zilver, zwijgen goud.
Uit het Reformatorisch Dagblad van 23 maart (als ik goed kan tellen) 2009

We kunnen dit bericht ook plaatsen in het licht van de eeuwigheid en een lichte vorm van onsterfelijkheid. Deze man immers, Boekestijn, maakt zich - graag of ongaarne - belachelijk, op het onsterfelijke na. Door aan zijn naam het Boekestijntje te koppelen, krijgt hij die onsterfelijkheid, gewild of ongewild.
Meteen leren we hieruit ook dat het niet volstaat bepaalde bedoelingen te hebben of er doelstellingen op na te houden, om iets te bereiken. De onsterfelijkheid in deze is dan ook een neveneffect.
En wat dan twitteren mag zijn? Is dat ook niet een nieuwe, wat reformistische term? Deze vraag beantwoorden zou ons te ver leiden maar kan ons nog wel bezighouden, wie weet.

Geen opmerkingen: