maandag 20 oktober 2008

CD&V kamerlid Hendrik Bogaert doet een voorstel


Geen gerommel in de marge, geen discussies over de plantentuin van Meise. Volgens Hendrik Bogaert, begrotingsdeskundige van CD&V in de federale Kamer van volksvertegenwoordigers en burgemeester van Jabbeke, heeft het Belgische model zoals het tot nu bestaat zijn nut bewezen.
’Maar een beetje bevoegdheden en een beetje geld overhevelen biedt geen perspectief. Vandaag is het tijd voor een nieuw België’, klinkt het. Dat kan enkel door de platgetreden paden te verlaten.

Het uitgangspunt voor de CD&V’er is dat Vlaanderen en Wallonië veel beter kunnen. De twee deelstaten moeten ’West-Europese tijgers’ worden. ’Ik weet dat het vandaag misschien een beetje pathetisch klinkt om te verklaren dat Wallonië wereldklasse is, maar ik geloof erin.’

De voorbije drie maanden werkte hij samen met een medewerker een 45 pagina’s tellend plan uit. Gisteren, op 26 september 2008 stelde hij het voor.

De federale staat – die hij Personele Unie noemt - wordt in dat plan volledig uitgekleed. Op Justitie, Binnenlandse Zaken, Defensie en Buitenlandse zaken na zouden alle bevoegdheden verhuizen naar Vlaanderen en Wallonië. De koning blijft het bindmiddel tussen die twee sociaal-economisch autonome deelstaten.

Samen met de bevoegdheden wordt ook een pak middelen overgeheveld. De Personele Unie zou nog slechts 13,1 miljard euro beheren. Dat geld moet vooral komen uit accijnzen, roerende voorheffing en douanerechten. Vandaag is de begroting van de federale overheid en de sociale zekerheid goed voor 114,2 miljard.

De gewesten nemen niet alleen bevoegdheden zoals Sociale Zekerheid, Arbeid, Financiën, Gezondheid en Economie over, maar ook de inkomsten uit de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de sociale bijdragen en de BTW-inkomsten. Vlaanderen ziet daardoor zijn uitgaven van 22,5 naar 81,8 miljard groeien.
Omdat de inkomsten tot 88,7 miljard zouden kunnen toenemen, kan Vlaanderen een overschot van 6,9 miljard euro boeken. In Wallonië zouden de middelen van 14,5 naar 53,5 miljard stijgen. Daartegenover staan echter slechts 47,6 miljard euro ontvangsten. De staatsschuld wordt ook verdeeld. De Personele Unie houdt nog een derde van de staatsschuld over (85,7 miljard euro). Vlaanderen neemt 115,6 miljard schuld over, Wallonië 64,9 miljard.

De verregaande regionalisering is maar een deel van het verhaal. In ruil stelt Bogaert de oprichting van een herstelfonds voor. Wallonië zou daaruit een eenmalige bijdrage van 34 miljard krijgen. Het gaat om nog vier jaar de huidige jaarlijkse transfer van 6 miljard euro, met daarboven nog eens vier jaar lang een solidariteitsoverdracht van 2,5 miljard euro per jaar. Nadien is het wel definitief gedaan met de transfers.
De middelen uit het herstelfonds mogen volgens de CD&V’er niet versnipperd worden over de intercommunales, zoals de voorbije decennia met de Europese steun is gebeurd.
’Het huidige Waalse herstelplan, het zogenaamde Marshallplan, is een stap in de goede richting’, stelt hij. ’Maar het volstaat niet om een grote sprong voorwaarts te maken.’ Want Wallonië kan beter, daar is Bogaert van overtuigd.
Hij geeft in zijn plan meteen ook een aantal ideeën hoe de jaarlijkse solidariteitsoverdracht van 2,5 miljard kan worden aangewend. ’De sociale bijdragen zouden bijvoorbeeld met 18 procent kunnen dalen, het tarief van de vennootschapsbelasting kan worden verlaagd van 34 tot 8 procent of de pensioenen kunnen met 40 procent verhogen.’

’Uiteraard is het aan Wallonië zelf om te beslissen hoe het dit geld zal besteden’, stelt Bogaert. ’Maar het gewest zou met de 2,5 miljard bijvoorbeeld de sociale bijdragen met 5 procent kunnen doen dalen, het tarief in de vennootschapsbelasting tot 24 procent verminderen, de pensioenen met 5 procent doen stijgen en de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling met 437 miljoen opkrikken.’
Bogaert ligt niet echt goed bij de CD&V-partijtop. Ondanks een uitstekend verkiezingsresultaat in 2007 was hij de enige lijsttrekker die niet beloond werd.
Hij benadrukt dat het om een persoonlijk voorstel gaat dat uit zijn eigen overtuiging is ontstaan. ’Ik volg de begroting. Ik zie de cijfers. Als ik dit niet meer kan doen, moet ik uit de politiek stappen.’
Het plan is niet te nemen of te laten. ’Het is een startschot waarover kan worden onderhandeld. Maar als we niets doen, bloedt de federale kas leeg en blijft in Vlaanderen en Wallonië het status-quo behouden . Dat is misschien goed, maar er is veel meer potentieel. Indien men toch wil beginnen onderhandelen met een wit blad, staan in dit plan een aantal bruikbare concepten’, besluit Bogaert.

ad West-Europese tijgers: Het spreekt vanzelf dat op dat ogenblik de symbolen ‘leeuw’ en ‘haan’ respectievelijk voor Noord en Zuid-België achterhaald zullen zijn en vervangen zullen worden door genoemde tijger.

ad status quo: Het omgekeerde is evengoed waar: als het status quo wordt behouden, bloedt de federale kas leeg.

(Dit artikel verscheen eerder in De Standaard en onze medewerker Frank De Vos heeft het opgepikt, met de bedoeling om het alsnog aan de vergetelheid te ontrukken. Het is in het licht van de onderzoeksdoelstellingen van dit instituut aangevuld met aanvullende gegevens en een foto van betrokkene)

Geen opmerkingen: