dinsdag 3 april 2007

Ernstige kritiek op statistiek

Er komt zelden ernstige kritiek op statistiek, meent het Diependaele Instituut. Dat verontrust het instituut.
Meer en meer wordt statistiek ingezet om beleid mee in te pakken. Niet alleen de Kyoto-norm uiteraard. Of dat België het op dat vlak dubbel zo goed doet.
Het zijn vooral peilingen naar kiesintenties die ernstige kritiek verdienen. De dag dat die resultaten verschijnen zijn de politici in geen velden of andere werkdomeinen te bespeuren. Ze trekken zich dan terug in ivoren studietorens. Hun plaats, positie en prestige komen al dan niet in het gedrang.

De billen worden dan geknepen dan wel ontspannen. Het bestuur van het land ligt dan weer stil. Het ligt voor de rest ook meestal stil. Wie merkt dat trouwens?

Qua methodiek zijn die peilingen overigens een semi-lachertje. 'Op wie gaat u uw stem uitbrengen op de volgende verkiezingen?".
Een enigszins wakkere burger vindt dan tussen het bos aan verkiezingen wel de volgende terug.
De teeveekijkende, aldus slaapwandelende burger, die het inmiddels gewoon geworden is vanuit de buik te spreken - het aantal buiksprekers neemt inderdaad toe. Moeten we daar ongerust over zijn? - kletst dan wat uit zijn nek. Op die manier komen er eens andere spieren aan te pas.

Nee, zo'n peilingen aan het stemhokje, na afloop, da's pas spannend. Dan moeten de onderzoekers via krachtige computers de gegevens verwerken in een oogwenk, ze even vlug de wereld insturen, liefst voor de eerste officiële cijfers bekend raken. Statistiek, een sport.

Geen opmerkingen: