woensdag 28 maart 2007

Klimaatopwarming in België

Het Diependale instituut voor statistiek en methodiek is erg verontrust na een mededling van het Koninklijk Metereologisch Instituut gisteren, dinsdag 27 maart 2007. Onomwonden - en zeg nu zelf: kan een koninklijk instituut onomwonden spreken? - stelt het KMI dat België voorop ligt in de klimaatopwarming. Globaal bedraagt die opwarming 0,54 graden Celsius, terwijl die in België 0,9 graad Celsius per jaar bedraagt.
België is een klein land, een bufferstaat, met een gematigd klimaat, een gematigde mentaliteit en een gematigd bestuur. Hoe kan hier dan sprake zijn van grotere verhitting dan elders ter wereld? Is België zichzelf niet meer? Of is België zelf een en al broeikas?
De metingen van het KMI durft het Diependaele instituut niet in vraag stellen. Beide instituten werken met dezelfde statistische modellen en met verschillende methodieken, maar zijn even streng als objectief. Nee, het Diependaele Instituut meent hierin een gevolg te kunnen zien van het beleid. Ja, de opwarming van de aarde is een politieke problematiek geworden. In België is de politiek echter niet bezig met goed bestuur of bijsturing van de opwarming. Nochtans bezit de Belgische politiek wel enkele koele kikkers, zeg maar De Gucht en zo. Maar die worden niet ingezet op hete hangijzers. Men gaat liever sleutelposten geven aan jonge, zij het onbekwame lieden van beider kunne. Aldus ontstaan in België al decennialang de neveneffecten, de uitwassen van middelmatig bestuur. Daartoe rekent men de politieoorlog, de politiehervorming - maar niet de staatshervorming, die is gedeeltelijk geslaagd en maakt opgang in het buitenland -, de witte mars, de witte woede - maar niet de zaak Voeren - Happart, die is zonder bloedvergieten geregeld -, en nu dus ook de opwarming van het land.
Het Diependaele Instituut roept dan ook op - deze oproep is weliswaar van harte maar daarom niet echt warm, het is hier al warm genoeg - om met vereende krachten het hoofd koel te houden en dringend ons klimaat bij te sturen. Voor methodieken terzake is het Instituut zoals steeds bereid zijn onderzoeksdiensten aan te bieden.

Geen opmerkingen: